De vallei van de Kleine Nete tussen Herentals en Geel staat voor ingrijpende veranderingen. De Vlaamse overheid werkt onder coördinatie van gouverneur Cathy Berx aan het hydrologisch herstel van de vallei. 

2026

Opmaak inrichtingsnota

2027

Beslissing Vlaamse Regering over inrichtingsnota

Vanaf 2027

Start uitvoering herstelmaatregelen

Opstart Living Lab toekomstgerichte landbouw in de vallei van de Kleine Nete

01-04-2025

Het plan van aanpak voor het hydrologisch herstel van De Zegge voorziet ook een landbouwinnovatietraject om goed in te kunnen spelen op de veranderende omstandigheden in de vallei van de Kleine Nete. Zo willen we tot een gedragen, toekomstbestendige aanpak komen die ook oog heeft voor de belangen van de talrijke economische actoren in die in de vallei aanwezig zijn. Landbouwers vragen zich terecht af hoe toekomstgerichte en rendabele landbouwpraktijken in hun regio eruit zouden kunnen zien.

Met de oprichting van een Living Lab Kleine Nete willen onderzoeksinstellingen, landschapsorganisaties en beleidsmakers samen met landbouwers antwoorden formuleren op essentiële vragen:

Wat is de eigenheid van dit gebied? Hoe creëren we er ruimte voor water terwijl we het risico op overstromingsschade toch maximaal beperken? Kunnen “natte teelten” aan dit alles bijdragen? Zo ja welke gewassen zijn geschikt, wat zijn de te verwachten opbrengsten en mogelijke afzetmarkten? Hoe worden “natte” landbouwgebieden best ingericht? Hoe versterken we het aanpassingsvermogen van onze bedrijven, en met name de landbouwers?

Het Kleine Nete-samenwerkingsverband, de KU Leuven en de KMDA organiseerde daarom in samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, HOGent, Provincie Antwerpen, Thomas Moore, Boerenbond en Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete op maandag 31 maart 2025 een debatavond op de KU Leuven - Campus Geel.

Na een verwelkoming door Marlon Pareijn (burgemeester Stad Geel), prof. Gerard Govers (vicerector KU Leuven) en Cathy Berx (gouverneur provincie Antwerpen) gaf Jeroen De Waegemaer (Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek) een lezing over de meerwaarde van 'living labs'. Riccy Focke (Agentschap Landbouw en Zeevisserij) sprak over de succes- en faalfactoren bij transitievraagstukken in de landbouw.

Daarna was er een panelgesprek met Joris Relaes (ILVO), Riccy Focke (Agentschap Landbouw en Zeevisserij), Karen Vancampenhout (KU Leuven Campus Geel), Dries Herpoelaert (KMDA), Pieter Veen (HOGENT), Bas Van der Veken (Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete), Bert De Keyser (Boerenbond), Michaël Cassaert (Thomas More) en Lies Cambie (provincie Antwerpen) dat gemodereerd werd door gouverneur Berx.

Bekijk hier de presentaties van de lezingen:

"Van onderuit. Verkenning van een Living Lab over landbouw en vernatting" (Jeroen De Waegemaeker, Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek) "Van verandering naar vooruitgang. Transitiemanagement in praktijk" (Riccy Focke, Agentschap voor Landbouw en Zeevisserij)

 

Meer nieuws

Blijf op de hoogte

Ontvang het laatste nieuws rechtstreeks in je mailbox

Schrijf je in

Vaak gestelde vragen

Landbouweffecten

Zullen alle landbouwbedrijven in de landbouwpolder afgebroken worden?

In het kader van het bewarend grondbeleid gaat VLM maximaal in op vragen van bedrijven die hun bedrijfszetel vrijwillig wensen te verkopen. Na een eventuele verkoop gaat VLM geval per geval na wat de toekomstmogelijkheden voor deze gebouwen zijn. Indien blijkt dat die een beperkte of geen toekomstwaarde hebben voor nieuwe landbouwbedrijven (bv. omwille van de ligging in overstromingsgevoelig gebied, de nabijheid van kwetsbare natuur…) kan dat leiden tot het slopen van de bestaande gebouwen en het ontharden van de kavel.

0 0
lees meer

Hydrologisch herstelproject

Waarom is hydrologisch herstel nodig?

De manier waarop de ruimte in de vallei van de Kleine Nete vandaag is ingericht en gebruikt wordt is niet duurzaam. De voorspelde schokken als gevolg van klimaatverandering met afwisselende periodes van lange droogte en intense regenval manifesteren zich ondertussen volop, met steeds sneller weerkerende en grotere schade aan landbouw én natuur tot gevolg. De toestand in de regio was de afgelopen jaren een aantal keren bijzonder kritiek en verschillende crisissituaties volgden elkaar snel op. De tot op heden geleverde inspanningen om tot een veerkrachtig valleisysteem te komen dat in staat is deze schokken op te vangen, zijn onvoldoende gebleken en (reeds lang geleden) beleidsmatig vooropgestelde doelen inzake waterkwaliteit en te herstellen natte natuur konden (nog) niet gerealiseerd worden. 

 

De ruimteclaims vanuit wonen en werken (incl. landbouw) zetten het fysisch systeem blijvend onder druk zodat het noodzakelijk hydrologisch herstel van het valleisysteem niet of onvoldoende gerealiseerd wordt. Europese richtlijnen en verordeningen verplichten ons echter om de problemen van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies grondig aan te pakken. Het gaat dan bv. om de Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water, de LULUCF-verordening (met als doel meer koolstof vast te leggen dan uit te stoten door landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw) en de Natuurherstelverordening. 

 

De landbouwontwikkelingen van de laatste 75 jaar hebben een enorme impact gehad op het bodem- en watersysteem van de Kempen en het Netebekken: decennia lang is ingezet op het droogleggen van natte gebieden, aanleggen van drainagegrachten, rechttrekken en verdiepen van rivieren… om van nature voor voedselproductie weinig geschikte gebieden en bodems in landbouwgebruik te brengen. Dit heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de economische ontwikkeling en welvaart van de regio, maar heeft ook gigantische repercussies voor het bodem- en watersysteem en de biodiversiteit. Het doorgedreven systeem van continue drainage in combinatie met het verlies aan infiltratiemogelijkheden leidt tot grote waterverliezen en een sterk verstoorde waterbalans. Grote hoeveelheden van het beschikbaar hemelwater (i.c. 57%) blijken onmiddellijk afgevoerd te worden en gaan verloren. Om tot een weerbaar systeem te komen, moeten deze verliezen significant teruggedrongen worden. Enerzijds door de afvoer te beperken en water beter vast te houden en te laten infiltreren, anderzijds door het waterverbruik te verminderen. Deze waterverliezen zullen bij ongewijzigd beleid immers tot structurele problemen en schade leiden aan de economie, de voedselproductie en de natuur.  

 

Het huidige landgebruiksmodel overschrijdt dus de ruimtelijke en ecologisch draagkracht van het fysisch systeem wat leidt tot onomkeerbare schade aan het bodem- en watersysteem. Het natuurlijk herstellende vermogen van fysisch systeem komt in het gedrang en een aantal regulerende en voorzienende ecosysteemdiensten zijn niet meer verzekerd. Ondergrondse watervoorraden raken uitgeput of zijn in slechte toestand. 

 

In het beleidsadvies Weerbaar Waterland (dat naar aanleiding van de Waterbom uit 2021 opgesteld werd) stellen de experten dat de toenemende kwetsbaarheid voor droogte en overstromingen tot onaanvaardbaar hoge maatschappelijke en economische kosten zal leiden en dat het nodig is om de natuurlijke werking van het watersysteem in elk bovenstrooms landschap en in elke vallei te herstellen, water ruimte te geven en overal maximaal vast te houden. 

 

De klimaatopgave noodzaakt dus tot een grootschalige en doorgedreven landschappelijke transformatie op verschillende schaalniveaus waarbij het fysisch systeem sturend is en socio-economische ontwikkelingen enkel binnen de draagkracht van dat systeem mogelijk zijn en zonder het ecologisch functioneren van dat systeem te hypothekeren. Principes als behoud en herstel van bodemvruchtbaarheid, het veilig stellen van hulpbronnen zoals zoetwatervoorraden en sluiten van agro-ecologische kringlopen zijn daarbij van kapitaal belang. Hydrologisch herstel op landschapsniveau betekent een toekomstbeeld met opnieuw meanderende, ondiepe rivieren en beken die niet te diep ontwateren en geen droogteschade voor landbouw en natuur veroorzaken, het herstel van de sponswerking van de bodem, het vrijwaren van de waterbergingscapaciteit van nature overstroombare valleien en het herstel van wetlands en veengebieden… 

 

De land- en tuinbouw – die de dominante en overheersende ruimtegebruiker binnen de open ruimte is in de regio - staat daardoor voor een belangrijke transitieopgave waarbij bepaalde van de vandaag dominante voedselproductiesystemen zullen moet evolueren naar meer circulaire, agro-ecologische en regeneratieve vormen met een kleiner beslag op de open ruimte en naar een landbouwgebruiksmodel waarbij er meer ruimte gevrijwaard voor ecologische processen zoals waterberging en waterinfiltratie en meer ruimte gegeven wordt aan rivieren, wetlands en natte natuurcomplexen. 

 

Het landgebruik voor voedselproductie moet (opnieuw) beter afgestemd worden op de kenmerken van het fysisch systeem zonder schade te veroorzaken aan essentiële regulerende ecosystemen en het bodem- en watersysteem. Binnen die context is het duidelijk dat een maatschappelijk debat over krimp van de veestapel in de regio, een verdere ruimtelijke differentiatie van het landbouwgebruik op basis van de kwetsbaarheden van het biofysisch systeem en een transitie naar andere en duurzamere vormen van voedselproductie aan de orde zijn. 

 

Om de schokken als gevolg van klimaatverstoring te kunnen opvangen is het nodig dat in elke regio de nodige maatregelen genomen worden op vlak klimaatmitigatie (meer koolstofopslag dan uitstoot door landgebruikswijzigingen) en klimaatadaptatie (regio weerbaar tegen droogte en overstromingen). Het zou maatschappelijk onverantwoord zijn deze problemen niet aan te pakken. Het valleiherstel is nodig in het algemeen publiek belang vanuit een visie op lange termijn en primeert bijgevolg in een aantal gebieden op de individuele private economische kortetermijnbelangen van landbouwbedrijven waarvoor een billijk flankerend beleid voorzien wordt als ze hun bedrijfsvoering moeten aanpassen of stopzetten. 

0 0
lees meer

Overleg en inspraak

Wie beslist over de uiteindelijke inrichting en bestemming van het gebied?

De Taks Force zal de voorstellen uitwerken in overleg met de begeleidingsgroep. Na een openbaar onderzoek over de ontwerp inrichtingsnota is het aan de Vlaamse Regering om een beslissing te nemen over de definitieve inrichtingsnota en het op te maken ruimtelijk uitvoeringsplan.

0 0
lees meer

Grondaankopen

Hoe komt het dat de VLM al bij sommige landbouwers op bezoek geweest is en andere niet?

De Vlaamse Landmaatschappij heeft historisch gronden van Domein de Zegge in eigendom en contacten met landbouwers in het gebied rond de Zegge. De Vlaamse Regering gaf de VLM de opdracht om een bewarend grondbeleid te voeren en in te gaan op aankoopopportuniteiten.


Tijdens de opmaak van de ecohydrologische studie namen enkele landbouwers het initiatief om  contact op te nemen met de VLM. Met een aantal landbouwers zijn gesprekken opgestart al dan niet met een vraag tot aankoop van percelen en/of bedrijven door het Vlaams Gewest. 


Waar mogelijk is de VLM ingegaan op die vraag, waar dat nog niet is kunnen gebeuren zal dat nog gebeuren.


In het kader van het LER startte de bevraging vanaf 18 november 2024. 

0 0
lees meer

Grondaankopen

Heeft de overheid een recht van voorkoop in het gebied?

In bepaalde delen van de vallei van de Kleine Nete hebben bepaalde overheden een recht van voorkoop. Het recht van voorkoop is een wettelijk recht dat de houder van dat recht de mogelijkheid geeft om gronden en gebouwen die verkocht worden, bij voorrang op de kandidaat-koper aan te kopen, voor dezelfde prijs en onder dezelfde voorwaarden.

 

Als u wilt weten of er een Vlaams voorkooprecht van toepassing is op een bepaald perceel kunt u:

de digitale kaart met de ‘Vlaamse voorkooprechten’ raadplegen  contact opnemen met een notaris. Die kan alle Vlaamse rechten van voorkoop die worden aangeboden, raadplegen via het e-voorkooploket.

 

Op onderstaande kaart zijn de percelen waarvoor een recht van voorkoop van toepassing is, ingekleurd. U kan klikken op het perceel om na te gaan welke voorkooprechten er gelden.

 

0 0
lees meer

Grondaankopen

Aan welke prijzen koopt de overheid landbouwgronden aan?

Het Vlaams Gewest koopt aan op basis van de schattingsverslagen van de Afdeling Schatting en Waardering van de Vlaamse Belastingsdienst en mag niet meer bieden dan deze schatting.

 

De Vlaamse Regering heeft in 2022 wél beslist dat er - net zoals voor de realisatie van het Sigmaplan - als onderdeel van het flankerend beleid landbouw extra financiële stimuli ingezet kunnen worden in de vallei van de Kleine Nete voor de realisatie van het hydrologisch herstel. Het gaat om de inzet van vergoedingen zoals voorzien in het decreet landinrichting:

Eigenaarstoeslag: eigenaars kunnen bovenop de verkoopprijs een vergoeding van max. 20% van de venale waarde krijgen. Wijkersstimulus: bovenop de conventionele eindepachtvergoeding kunnen landbouwers een bijkomende vergoeding van max. 2000 euro per hectare krijgen.

 

Percelen die via het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan in 2024 wijzigden van een landbouwbestemming naar een natuurbestemming koopt de Vlaamse Landmaatschappij tot vijf jaar na de inwerkingtreding van de nieuwe natuurbestemming aan aan de prijs van landbouwgrond zodat eigenaars zelf nadien geen kapitaalschadevergoeding moeten aanvragen. De nieuwe natuurbestemmingen rond De Zegge en de Mosselgoren traden in werking op 12 februari 2024. De termijn van vijf jaar van deze regeling loopt dus nog tot 12 februari 2029.

 

0 0
lees meer
Zoek in alle vragen en antwoorden

Heb je zelf een vraag?

Stel hier je vraag