Hydrologisch herstel
Het valleilandschap van de Kleine Nete tussen Herentals en Geel onderging in de tweede helft van de 20ste een grote ruimtelijke transformatie. De Nationale Landmaatschappij kreeg in 1956 de opdracht om het moerasgebieden van het Geels Gebroekt droog te leggen en geschikt te maken voor landbouw. Slechts enkele kleine restanten zoals De Zegge blijven over. Door het rechttrekken en verdiepen van waterlopen, de aanleg van ontwateringsgrachten en het installeren van pompgemalen slaagt men erin de grondwaterstanden laag te houden in de nieuwe landbouwpolder. In 1973 bereikte men een akkoord over De Zegge: via een aantal kunstwerken installeerde men een gescheiden waterpeil dat het natuurgebied nat moet houden en de omliggende landbouwgronden verder ontwatert.
Klimaatverandering leidt vandaag tot nieuwe uitdagingen in het gebied: zowel het landbouwgebied als de natuurgebieden ondervinden schade door overstromingen en droogte. Daarnaast groeide het inzicht dat veenbodems belangrijk zijn voor koolstofopslag en dat verdroogde veenbodems deze koolstof uitstoten. De Europese natuurdoelen verplichten ons deze kwetsbare veengebieden in stand te houden en te herstellen. De in de vorige eeuw gecreëerde toestand is niet langer houdbaar en er is nood aan een grootschalig hydrologisch herstel van het valleisysteem.
Voor dit plan werken we binnen de kaders van Europa en de Vlaamse Regering.
-
De verschillende lidstaten van de Europese Unie, waaronder België, zijn bovendien verplicht om maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de natuur in 2050 opnieuw in goede staat is.
-
In 2014 besliste de Vlaamse Regering dat er rond De Zegge een laagveenmoeras van meer dan 300 ha hersteld moet worden en in het Olens Broek een natte natuurkern van meer dan 150 ha vorm moet krijgen.
- In 2020 keurde de Vlaamse Regering een actieplan goed voor het herstel van De Zegge.
Naast dit project wordt er aan nog andere projecten gewerkt die bijdragen aan een veerkrachtige vallei van de Kleine Nete. In 2012 heeft de Vlaamse Regering gouverneur Cathy Berx de opdracht gegeven om de verschillende projecten te coördineren. Meer weten over de projecten?
Waar staan we vandaag?
Ecohydrologische studie
Van 2020 tot 2024 heeft het studiebureau Witteveen+Bos in opdracht van het Agentschap Natuur en Bos een ecohydrologische studie uitgevoerd. Het doel van de studie was om het grond- en oppervlaktewatersysteem in beeld te brengen in het gebied. De huidige grondwaterstanden en overstromingen werden geanalyseerd en mogelijke oplossingen zijn uitgewerkt om de Europees beschermde natuur duurzaam te kunnen herstellen.
Uit de studie blijkt dat:
-
De grondwaterpeilen te laag zijn om de natuur in stand te houden.
-
De frequente overstromingen in het gebied onomkeerbare schade veroorzaken aan de natuur.
Om dat tegen te gaan worden in de studie ook maatregelen voorgesteld. De studie stelt een aanpak voor in drie stappen:
-
Acute maatregelen op korte termijn om verdere schade aan de natuur door overstromingen te vermijden.
-
Technische ingrepen die de grondwaterpeilen herstellen én de overstromingen vermijden. In deze stap zal er vaker en meer water geborgen moeten worden in de landbouwpolder tussen de Kleine Nete en de Zegge.
-
Hydrologisch herstel op landschapsniveau waarbij de grondwaterpeilen hoog genoeg blijven én de overstroombare delen opnieuw kunnen overstromen. Deze stap kan pas wanneer de waterkwaliteit voldoende verbeterd is. In deze stap wordt het natuurlijke valleisysteem hersteld. De Kleine Nete wordt minder diep en krijgt de ruimte om te overstromen in de vallei.
Er wordt nu detailonderzoek gevoerd naar de voorgestelde maatregelen uit de ecohydrologische studie.
Lees de samenvatting van de studie
Landbouweffectenrapport
Op basis van de ecohydrologische studie is er een zone afgebakend waar effecten op de landbouw verwacht worden door dit project. De ingeschatte effecten zijn hogere grondwaterstanden en frequentere overstromingen. Dat betekent dat een groot deel van deze zone na de ingrepen wellicht niet langer bruikbaar zal zijn voor veevoeder- en akkerbouwteelten.
Met een landbouweffectenrapport (LER) gaan we na
-
welke landbouwbedrijven de gronden gebruiken;
-
wat de impact is op de bedrijven als de grond niet meer gebruikt zou kunnen worden;
-
en welke maatregelen mogelijk zijn voor elk bedrijf. Mogelijke maatregelen zijn onder andere ruilgronden verkrijgen, stopzetten of wijzigen van de activiteiten op de betrokken gronden, verplaatsen van het bedrijf, verkoop van de gebouwen, een vergoeding om de minderopbrengst te compenseren …
De landbouwbedrijven die in deze zone liggen, werden uitgenodigd voor een infoavond op 13 november 2024.
Bekijk hier de ingesproken presentatie van het infomoment.