We maken gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken. Met analytische cookies kunnen we het gebruik van deze website beter begrijpen en verbeteren. Je kan analytische cookies weigeren of aanvaarden.

Hoe we met deze informatie omgaan vind je terug in ons privacy- en cookiebeleid.

De vallei van de Kleine Nete tussen Herentals en Geel staat voor ingrijpende veranderingen. De Vlaamse overheid werkt onder coördinatie van gouverneur Cathy Berx aan het hydrologisch herstel van de vallei. 

2026

Opmaak inrichtingsnota

2027

Beslissing Vlaamse Regering over inrichtingsnota

Vanaf 2027

Start uitvoering herstelmaatregelen

Opstart Living Lab toekomstgerichte landbouw in de vallei van de Kleine Nete

07-03-2025

Het plan van aanpak voor het hydrologisch herstel van De Zegge voorziet ook een landbouwinnovatietraject om goed in te kunnen spelen op de veranderende omstandigheden in de vallei van de Kleine Nete. Zo willen we tot een gedragen, toekomstbestendige aanpak komen die ook oog heeft voor de belangen van de talrijke economische actoren in die in de vallei aanwezig zijn. Landbouwers vragen zich terecht af hoe toekomstgerichte en rendabele landbouwpraktijken in hun regio er uit zouden kunnen zien.

Met de oprichting van een Living Lab Kleine Nete willen onderzoeksinstellingen, landschapsorganisaties en beleidsmakers samen met landbouwers antwoorden formuleren op essentiële vragen:

Wat is de eigenheid van dit gebied? Hoe creëren we er ruimte voor water terwijl we het risico op overstromingsschade toch maximaal beperken? Kunnen “natte teelten” aan dit alles bijdragen? Zo ja welke gewassen zijn geschikt, wat zijn de te verwachten opbrengsten en mogelijke afzetmarkten? Hoe worden “natte” landbouwgebieden best ingericht? Hoe versterken we het aanpassingsvermogen van onze bedrijven, en met name de landbouwers?

Het Kleine Nete-samenwerkingsverband, de KU Leuven en de KMDA organiseren daarom in samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), het Agentschap Landbouw en Zeevisserij, HOGent, Provincie Antwerpen, Thomas Moore, Boerenbond en Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete op maandag 31 maart 2025 (19u) een debatavond op de KU Leuven - Campus Geel (Kleinhoefstraat 4, Geel).


Programma

18u30 Ontvangst

19u00 Verwelkoming en voorstelling project

Prof. Gerard Govers, Vicerector KU Leuven Cathy Berx, Gouverneur provincie Antwerpen Marlon Pareijn, Burgemeester Stad Geel

19u20 Lezing "Toekomst van de landbouw en de meerwaarde van Living Labs" (Jeroen De Waegemaeker, Instituut voor Landbouw-, Visserij en Voedingsonderzoek)

19u40 Lezing "Landbouwtransitie" (Riccy Focke, Agentschap Landbouw en Zeevisserij)

20u00 Panelgesprek

Moderator: Cathy Berx, Gouverneur provincie Antwerpen Panelleden: Joris Relaes (ILVO), Riccy Focke (Agentschap Landbouw en Zeevisserij), Karen Vancampenhout (KU Leuven Campus Geel), Dries Herpoelaert (KMDA), Pieter Veen (HOGENT), Bas Van der Veken (Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete), Bert De Keyser (Boerenbond), Michaël Cassaert (Thomas More) en vertegenwoordiging van provincie Antwerpen

20u45 Ondertekening intentieverklaring Living Lab Kleine Nete

21u00 Netwerkreceptie

 

Inschrijven is verplicht en kan tot 24 maart 2025.

Schrijf in voor de debatavond

 

Infomoment landbouwers opmaak landbouweffectenrapport (LER)

13-11-2024

Landbouwers met gronden in het gebied rond De Zegge en het Olens Broek waar op termijn mogelijk effecten voor het landbouwgebruik kunnen ontstaan als gevolg van het hydrologisch herstel van de vallei werden uitgenodigd voor een infoavond op 13 november 2024 in Geel. Op deze infoavond kregen de landbouwers uitleg over de ruimtelijke opgave voor het gebied, de resultaten van de ecohydrologische studie en een toelichting over het landbouweffectenrapport (LER) dat nu opgemaakt wordt.

 

Bekijk hier de ingesproken presentatie van het infomoment.

 

Op basis van de inzichten van de ecohydrologische studie is er een zone afgebakend waar effecten op de mogelijkheden voor landbouw verwacht worden als gevolg van het hydrologisch herstelproject. Het gaat dan om mogelijk hogere grondwaterstanden en frequentere overstromingen. Dat betekent dat een groot deel van deze zone na de ingrepen wellicht niet langer bruikbaar zal zijn voor veevoeder- en akkerbouwteelten zoals die vandaag in dat gebied plaatsvinden.

Het landbouweffectenrapport (LER) wordt opgemaakt door de Vlaamse Landmaatschappij en brengt in beeld: 

welke landbouwbedrijven gronden in het gebied gebruiken;

wat de impact is op de bedrijven als de grond niet meer gebruikt zou kunnen worden of minder bruikbaar worden;

welke begeleidende of flankerende maatregelen zinvol zouden kunnen zijn voor deze bedrijven.

 

Lees hier het antwoord op alle gestelde vragen Stel zelf een vraag

Meer nieuws

Blijf op de hoogte

Ontvang het laatste nieuws rechtstreeks in je mailbox

Schrijf je in

Vaak gestelde vragen

Hydrologisch herstelproject

Waarom wordt de beslissing over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) als motivering voor de noodzaak tot vernatten aangehouden, terwijl de onderbouwing en oplossingsrichtingen van het stikstofdecreet door een aantal partijen juridisch aangevochten worden en het decreet mogelijk vernietigd wordt?

De PAS voorziet naast de maatregelen gericht op emissiereductie ook een programma en budgetten voor natuurherstel en bijhorend flankerend beleid (PAS-stikstofsanering). Dit programma en budget dient om de maatregelen die genomen moeten worden om de in 2014 vastgestelde Natura 2000-doelen te realiseren tegen 2050 via geïntegreerde gebiedsprojecten uit te voeren. 


Het stikstofdecreet en de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) bepalen deze doelen niet. Ook bij een eventuele vernietiging van (delen van) het stikstofdecreet, blijven de Natura 2000-doelen van toepassing en moeten ze gerealiseerd worden. Het omgevingsbeleid blijft dus gericht op het realiseren van de in 2014 vastgestelde Natura 2000-doelen, zoals ook reeds het geval was voor de goedkeuring van de PAS.

 

De Europese natuurherstelverordening verplicht de lidstaten bovendien ook om werk te maken van dit natuurherstel en in het bijzonder voor gedegradeerde veengebieden. Daarnaast verplicht de Europese LULUCF-verordening lidstaten ook om via landgebruik en landgebruikswijzigingen netto méér koolstof in de bodem op te slaan dan uit te stoten, onder meer door herstel van veengebieden die grote koolstofvoorraden bevatten die bij verdroging vrijkomen in de atmosfeer. Een eventuele vernietiging van (delen van) het stikstofdecreet wijzigt ook die verplichtingen niet en zal de de opgave voor het gebied op vlak van herstel van natte natuur en veengebieden niet wijzigen.

0 0
lees meer

Grondaankopen

Waarom koopt VLM nu al gronden aan in het landbouwgebied?

In de vallei van de Kleine Nete is er een grote ruimtelijke opgave om de regio weerbaar te maken tegen de gevolgen van klimaatverstoring, de waterkwaliteit te verbeteren, de vastlegging van koolstof in veengebieden te verzekeren en de achteruitgang van de biodiversiteit in Europees beschermde gebieden te stoppen. Dat impliceert dat er belangrijke landgebruikswijzigingen en herinrichtingswerken nodig zijn. Om die te realiseren is grond nodig.  

 

Het Agentschap voor Natuur en Bos en de Vlaamse Landmaatschappij kopen daarom gronden aan in functie van het inrichten van natte natuurkernen in de Natura 2000-gebieden en het opbouwen van een reserve aan ruilgronden voor landbouwers in agrarisch gebied.  

 

In 2020 gaf de Vlaamse Regering in het kader van de beslissing over het plan van aanpak voor De Zegge de opdracht aan VLM, ANB en VMM om – in afwachting van de ecohydrologische studie en beslissingen over de herinrichting van het gebied – wél in te gaan op aankoopopportuniteiten in het gebied. Het Agentschap voor Natuur en Bos koopt gronden in natuur- en bosgebied om het nodige natuurherstel te realiseren. De Vlaamse Landmaatschappij voert vooral een flankerend en bewarend grondbeleid. 

 

Dit bewarend grondbeleid door het Vlaams Gewest is te verantwoorden gezien de grote mate van waarschijnlijkheid dat de toekomstmogelijkheden voor landbouw zullen wijzigen. Op die manier wordt maximaal vermeden dat er nieuwe landbouwbedrijfsactiviteiten of nieuwe zonevreemde functies op vrijkomende landbouwpercelen of -gebouwen ontwikkelen en dergelijke ontwikkelingen het hydrologisch herstel hypothekeren.  

 

VLM koopt enkel pachtvrije gronden en bedrijfszetels op vraag van de betrokken eigenaars. In afwachting van een beslissing over de bestemming of herinrichting van het gebied kunnen de gronden in principe in landbouwgebruik blijven, doorgaans via een jaarlijkse pacht aan landbouwers. Indien de gronden in de huidige situatie al minder geschikt of bruikbaar zouden zijn voor conventioneel landbouwgebruik of indien er opportuniteiten zijn voor het hydrologisch herstel zonder dat dat effecten heeft voor ander bestaand landbouwgebruik in het agrarisch gebied, kan VLM deze gronden kosteloos in beheer geven aan een geïnteresseerde landbouwer. Gronden die bruikbaar  blijven voor landbouw, kunnen worden  ingezet  als ruilgrond voor landbouw

0 0
lees meer

Ecohydrologische studie

Wat zijn de volgende stappen na de ecohydrologische studie?

Er is een Task Force opgericht onder voorzitterschap van de gouverneur die op basis van de inzichten en voorstellen vanuit de ecohydrologische studie concrete voorstellen voor de herinrichting van de vallei zal uitwerken volgens de drie voorgestelde stappen en fasering. Het verder detailonderzoek moet uitwijzen welk van de voorgestelde maatregelen effectief uitgevoerd kunnen worden zoals de studie voorstelt. Bij de concrete uitwerking kunnen zich immers bijkomende randvoorwaarden, beperkingen of opportuniteiten aandienen die tot aangepaste of andere voorstellen leiden. Waar nodig zullen de effecten opnieuw doorgerekend worden in de grond- en oppervlaktewatermodellen. 

 

In eerste instantie worden de voorgestelde acute maatregelen verder geëvalueerd. Er wordt nagegaan of ze effectief op korte termijn uitvoerbaar zijn zonder onaanvaardbare negatieve gevolgen voor het actuele landbouwgebruik op percelen in het agrarisch gebied die geen eigendom van de overheid zijn en/of niet vrij zijn van gebruik. 

 

Parallel worden de voorstellen voor de herinrichting op middellange (stap 2) en lange termijn (stap 3) verder in detail uitgewerkt. Er zal een ontwerp van inrichtingsnota opgesteld worden die aangeeft welke ingrepen nodig zijn en welke instrumenten ingezet kunnen worden om die te realiseren. Over het ontwerp van inrichtingsnota zal een openbaar onderzoek georganiseerd worden. Na de verwerking van de inspraakreacties, zal de inrichtingsnota voor goedkeuring voorgelegd worden aan de Vlaamse Regering. De voorgenomen timing is dat dat openbaar onderzoek in de tweede helft van 2026 zal plaatsvinden.

 

De inrichtingsnota zal ook aangeven welk flankerend beleid er nodig is voor de huidige eigenaars en gebruikers in het gebied. Daarvoor wordt een landbouweffectenrapport opgemaakt. Het landbouweffectenrapport brengt voor elk van de betrokken landbouwbedrijven in beeld wat de impact is en welke flankerende of begeleidende maatregelen mogelijk of wenselijk zijn.

0 0
lees meer

Landbouweffecten

Zal er nog landbouw mogelijk zijn in het gebied?

Op basis van de huidige inzichten vanuit de ecohydrologische studie zullen de grondwaterpeilen in de omgeving van de SBZ-deelgebieden Zegge-Mosselgoren en Olens Broek in de toekomst hoger liggen en zal de overstromingsfrequentie in de landbouwpolder tussen Kleine Nete en Roerdompstraat wellicht stijgen waardoor het gebied naar alle waarschijnlijkheid veel minder geschikt wordt voor de veevoedergewas- en akkerbouwteelten die er vandaag voorkomen. 

 

Er is voorgesteld om een innovatietraject op te starten met een aantal kennisinstellingen en de landbouwsector om te onderzoeken of er andere vormen van landbouw mogelijk zijn in een nattere vallei, het is dus niet per definitie uitgesloten dat er nog een bepaalde vorm van landbouw mogelijk zal zijn voor zoverre die compatibel of verenigbaar is met de waterbergings- en bufferfunctie van de van nature overstroombare en natte valleigronden. Het is echter ook mogelijk dat uiteindelijk zal blijken dat er geen vormen van landbouwproductie mogelijk zijn. Het verder onderzoek en overleg zal dat moeten uitwijzen. 

0 0
lees meer

Waterbeheer

Hebben de maatregelen om de verdroging tegen te gaan ook een impact op andere eigenaars of gebruikers dan de landbouw?

Het herstel van de natuurlijke grondwaterpeilen in van nature tijdelijk of permanent natte gebieden die tot op heden kunstmatig gedraineerd en ontwaterd worden impliceert dat de grondwaterstanden opnieuw hoger komen te liggen en dat laaggelegen percelen weer tijdelijk of permanent natter zullen zijn. Dat kan een impact hebben op de huidige gebruiksmogelijkheden.  Anderzijds zullen gewassen op hoger gelegen landbouwpercelen en habitats in natuurgebieden minder gevoelig worden voor droogtestress. 

 

Via verder detailonderzoek zullen de effecten ten aanzien van de bestaande woningen en landgebruik verder in beeld worden gebracht en zullen waar nodig inrichtingsmaatregelen genomen worden om negatieve effecten door bv. overstromingen te vermijden. 

 

Het herstel van de natuurlijke grondwaterstanden kan er in sommige gevallen toe leiden dat woningen die géén waterdichte kelder hebben te maken krijgen met grondwater dat in de kelder sijpelt. Eigenaars controleren daarom best de waterdichtheid van hun kelder. Is de kelder onvoldoende waterdicht? Laat deze dan preventief waterdicht maken. Eigenaars zijn steeds dus zelf verantwoordelijk voor het waterdicht maken van hun kelder.

0 0
lees meer

Hydrologisch herstelproject

Waarom wordt er geen natuurherstel gerealiseerd op de vervuilde gronden van UMICORE in Olen?

De radioactief verontreinigde sites rond UMICORE liggen buiten de Natura 2000-gebieden. Voor de verschillende verontreinigde sites zijn er afzonderlijke bodemsanerings- en herstelprojecten die op zich géén deel uit maken van de binnen de Natura 2000-gebieden te herstellen natuur. 


Voor wat betreft de gronden van UMICORE gelegen in natuur- of bosgebied wordt dus wél in gezet op herstel en ontwikkeling van natuur of bos al dan niet na de voorafgaande sanering. Ook voor die terreinen wordt nagegaan hoe het bodem- en waterpeilbeheer moet aangepast worden i.f.v. de instandhouding van de natuur in de aangrenzende Natura 2000-gebieden.

 

Info over de radioactieve verontreinigingen en de maatregelen op https://fanc.fgov.be/nl/dossiers/radioactiviteit-het-leefmilieu/verontreinigde-sites/historische-radiologische en https://www.niras.be/radiumhoudend-afval. 

0 0
lees meer
Zoek in alle vragen en antwoorden

Heb je zelf een vraag?

Stel hier je vraag